Terug naar boven

Iemand ontmoet met autisme? Hier zijn tien tips om je te gidsen.

Autisme. Velen kennen het woord maar weet je ook wat het betekent? Mensen met autisme zijn of hypo-, of hypergevoelig. Dat betekent dat ze zowel visueel, auditief als tactiel ofwel extreem gevoelig zijn voor externe signalen ofwel moeite hebben met het ontvangen van externe signalen. Dit kan het voor beide groepen vaak moeilijk maken om dagelijkse situaties te trotseren

Verder vinden personen met autisme veranderingen vaak moeilijk en kunnen zij moeite ervaren bij het plaatsen van zowel hun eigen gevoelens als die van anderen. Sociale interacties zijn bijgevolg vaak onduidelijk en verwarrend. Een overload aan prikkels (luide geluiden, wrijving met een irriterende stof, te fel licht, etc.) kunnen bij sommigen dan ook een ‘meltdown’ teweegbrengen, een extreme reactie die zich extern (vaak in een woedeaanval) of intern (intense angst of volledig afsluiten) uit.

Als omstaander is het vaak moeilijk om in te schatten hoe je zo’n situatie best kan benaderen. Wij lijsten voor jullie enkele tips op die daarbij kunnen helpen:


1. Don’t judge a book by its cover. Elke persoon met autisme is uniek en heeft unieke interesses en noden. Kom je frequent in contact met een persoon met autisme, probeer dan de persoonlijkheid achter de stoornis te leren kennen. Indien deze openstaan om hierover te praten, vraag dan ook naar de beste manier waarop jij hen kan helpen met stressvolle situaties om te gaan. Zij weten soms goed wat het beste werkt voor hen.

2. Waarschuw op tijd. Sommigen hebben de houvast nodig van een routine en hebben bepaalde gewoontes ontwikkeld om het leven in onze maatschappij voor zichzelf makkelijker te maken. Verschuivingen binnen die routine kunnen onaangenaam zijn. Probeer toekomstige veranderingen dus zo veel mogelijk op voorhand aan te kaarten.

3. Duidelijke communicatie. Personen met autisme vinden het soms moeilijk om non-verbale communicatie in te schatten. Probeer jezelf dus steeds zo duidelijk mogelijk uit te drukken. Ook bij het uiten van emoties kan het nuttig zijn zo goed mogelijk uit te leggen waar je reactie vandaan komt of wat je precies bedoelt. Zorg ervoor dat wàt je zegt overeenkomt met hoè je het zegt. Dit maakt het voor hen vaak makkelijker om een eigen reactie te formuleren.

4. Stimuleer hun interesses. Mensen met autisme fixeren zich soms op bepaalde onderwerpen. Geef hen de ruimte om zich te verdiepen in deze onderwerpen en wees bereid te luisteren wanneer ze hierover spreken.

5. Personal space. Merk je dat iemand het moeilijk krijgt en herken je tekenen van stress? Probeer die persoon dan ruimte te geven. Rumoer en drukte zal een dergelijke situatie vaak verergeren. Beperk omgevingsgeluid en zorg voor een rustige sfeer.

6. Wees geduldig. Sommige mensen met autisme kunnen zich buitengesloten voelen uit het sociale gebeuren omdat ze niet expliciet betrokken worden in gesprekken. Daarnaast krijgen ze meestal te weinig tijd om een antwoord te formuleren, wat voor frustraties kan zorgen. Probeer hen dus, indien ze aangeven dit zelf te willen, zo veel mogelijk bij het gesprek te betrekken en geef hen de tijd die ze nodig hebben om te antwoorden.

7. Wees flexibel. Van mensen met autisme wordt vaak verwacht dat zij zich buigen en plooien naar de omgeving omdat ze anders zijn en denken, terwijl dit voor hen vaak zeer moeilijk is. Probeer open te staan voor mogelijke suggesties die ze aanbieden om jouw gedrag en plannen licht om te vormen om de ervaring voor hen aangenamer te maken.

8. Denk vooraleer je spreekt. Dit lijkt vanzelfsprekend en dat zou het ook moeten zijn, maar gebruik geen dubbelzinnigheid of kwetsende labels zoals ‘speciaal’ of ‘achterlijk’. Ook lichtzinnige uitlatingen als ‘ik ben toch een beetje autistisch’ kunnen kwetsend zijn voor zij die dagelijks leven met de uitdagingen die met de stoornis gepaard gaan. Mensen met autisme ondervinden vaak moeite met het plaatsen en uiten van emoties, maar dat betekent niet dat ze niks voelen. Integendeel, ze zijn vaak zeer gevoelig. Let dus op je taalgebruik en probeer je steeds in hun schoenen te plaatsen.

9. Stel vragen. Wanneer je niet zeker bent hoe je iemand best kan helpen, wees dan niet bang om vragen te stellen. (Doe dit op momenten met minimale stress, dan krijg je vaak een duidelijker antwoord.)

10. Laat je horen. Wees bereid om het op te nemen voor zij die dat soms minder vlot kunnen. Hoor je iemand veroordelend spreken over autisme of een persoon met autisme, probeer dan uit te leggen waarom dit ongepast is. Geef hen enkele van deze tips mee zodat ook zij beter weten wat te doen in een toekomstige soortgelijke situatie.